We leerden over het ONDERWERP en de REST van een zin.
Dat is het WIE-deeltje of WAT-deeltje. Maar wat als er TWEE in een zin staan?
De duifjes zitten op het dak.
?
Zitten DE DUIFJES op het dak?
DE DUIFJES = onderwerp
zitten op het dak = rest van de zin
We maken er dus een VRAAGZIN van en het EERSTE wie of wat deeltje is het ONDERWERP
Het boek ligt op de bank.
?
Ligt het boek op de bank?
Het boek= onderwerp
ligt op de bank= rest van de zin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten